zondag 15 april 2012

15/04/12 - Kleuters

Terwijl mijn neefje van 4,5 aan de keukentafel braaf zit te knutselen, vraag ik me af waarom ik een kleuterklas altijd ontloop voor een half jaar stage. Het is maar een half jaar, zo erg kan het toch niet zijn?

Op het MBO kwam de stage coördinator bij mij op stage bezoek in groep 7/8. Haar overtuigde ik ervan om geen stage bij de kleuters te krijgen en zo belandde ik op een school in Rotterdam, waar ik groep 7 zou krijgen. Eenmaal daar kreeg ik helemaal geen groep 7 in een achterbuurt, maar een groep 1. Een klasje kinderen die je niet verstaan omdat ze de Nederlandse taal nog niet beheersen, net snappen dat je op een wc moet plassen en dat lijm plakt; dat werd mijn nieuwe stageklas.
Ik ontkwam er toch niet aan, toch probeerde ik om hier weg te komen. De kleuters trokken mij niet, de lijmpotjes helemaal niet en ik sprak helemaal geen Turks!
Een week later zat ik in Alblasserdam in groep 3 en heb ik mijn stage meer dan voldoende afgerond, ik werd weggehaald bij de kleuters.
Inmiddels heb ik twee jaar achtereenvolgend een dag kleuters vermaakt op de conferentie dag van Open Doors en verbaasd het me dat ze doen wat ik zeg. Want verkleed in een fout sportoutfit doe ik een estafette in groepen van zo’n 80 kleuters, waar een dosis leiding opzit, die precies moeten doen wat ik zeg.
Dat is één dag, aan het einde van de dag stel ik me voor dat ik op een dag mijn eigen kleuterklas heb. Met Saar-Gitaar aan de muur, Meneer-Beer die gaat logeren en Petertje-konijn die in de voorleeskring steeds weer tevoorschijn komt. Heerlijk, kleuterniveau.
Terwijl ik nog steeds aan de keukentafel naar mijn neefje zit te kijken, hoor ik hem pruttelen: “We zouden gaan knutselen en ik zit alleen maar suf stickertjes te plakken..!” Ik grinnik, hij heeft gelijk. Gauw haal ik een schaar, lijm en papier en vraag hem wat hij wil maken. Een leeuw. Een leeuw van papier en wol als manen.
Door mijn hoofd schiet een stukje leerstof: ‘Stimuleren van initiatieven en creativiteit; de principes van Van Parreren.’ Met open vragen krijg ik hem zover om de materialen klaar te leggen.
Hoe een leeuw eruit ziet? Tsja, dat is hij even vergeten. Of ik het wil tekenen. Vooruit, binnen een paar minuten staat er een lief leeuwtje op blauw papier. Hij moet boos kijken? Oh… Een paar wenkbrauwen erboven en het is een boze leeuw.
Of ik hem ook uit wil knippen, want dat kan hij nog niet zelf. Ook dat nog! Ik overhandig een kant en klare, blauwe leeuw aan het kleutertje en maak ondertussen zelf een aankleedpoppetje.
De leeuw verdrinkt in de lijm, evenals de tafel. Ik spring op, gooi er iets onder, veeg de lijm van de tafel en leg nog eens uit dat er maar een klein beetje lijm op hoeft. Dit had ik subtieler kunnen zeggen, het lijmplezier is voorbij.
In plaats van manen te maken, levert meneer Kleuter een hoop commentaar op mijn aankleedpoppetje. Uiteindelijk maak ik de kleertjes, plakt hij er stickers op, laat aan iedereen zien hoe mooi het geworden is en is trots op zijn poppetje.
Zijn oog valt op een bakje met glitters. “Hé! Glitters!” roept hij, en begint het bakje open te maken. “Nee,” roep ik, “Geen glitters, ik houd niet van glitters! Die glitters zijn voor de kerst en dat is het nog lang niet.” “Ja, maar ik wil glitters.” Zijn stemmetje klinkt paniekerig. “Nee, je zou een leeuw maken, die is nog niet af en glitters komen niet op tafel.” Einde discussie, pech voor hem. Als ik ergens een hekel aan heb, zijn het glitters.
Ik wil opruimen, maak een plan met mijn neefje en begin vast. Terwijl ik opruim, ziet hij het leeuwtje liggen. “Hé! Er moeten nog manen op!” merkt hij triomfantelijk op. Hij zoekt de gele wol op en zegt: “Ik kan dit niet knippen..” Na nog zo’n acht keer antwoord ik met: “Ja, lastig…” Of ik het even wil knippen. Van binnen zucht ik, maar ik bedenk dat het kereltje nog maar 4 is. Een ogenblik later heeft de blauwe leeuw wol-gele manen. Vol trots loopt hij ermee rond, terwijl ik de boel opruim. Als hij terug in de keuken komt kijkt hij hoe ik alles opberg. “Wat ben ik aan het doen?” Vraag ik ietwat geërgerd. Er komt geen antwoord. Na een preek dat ik alles opgeruimd heb, laat ik hem de –voor hem loodzware- krat terug naar de kamer brengen.
Eenmaal klaar met al het geknutsel, bedenk ik me dat ik beter geen kleuters kan doen.
Ik wordt panisch van teveel lijm, doe het liever zelf, heb een hekel aan glitters en vind opruimen op kleuterniveau te langzaam.
Geef mij maar een groep 8, waar iedereen na drie minuten uitleg zelf opruimt in 10 minuten. Dat is ook een chaos, maar het verplaatsen in een ander gaat hen beter af dan kleuters. 


Natuurlijk vergeet ik toe te voegen hoe leuk mijn neefje is en dat hij tijdens het knutselen zegt: "U kan goed tekenen, ik vind u lief!" en "Ik heb alweer wat geleerd van jou, hoe je een aankleedpoppetje maakt!" en "Ik wist niet dat u zo goed kon knutselen!"
Het is mijn neefje en er verschijnt wellicht nog een blog over hoe ik tante werd. Hij boft met een pabo-miep als tante, ik geniet van zijn aanwezigheid! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten