dinsdag 20 maart 2012

14/03/12 - Een dag mensenredder

Een heel gewone dag, zo leek het. Althans, ik heb niet gerend voor mijn bus, dus zo gewoon was het niet.
De busreis was even lang als normaal, ik had geen haast. Ik wist dat Elisabeth toch later zou komen, dat is vaker zo en ik had tijd om te wachten en mensen te redden! Nu de mensen nog.

Wel, bij het uitgaan van de bus viel mijn oog op een buskaart op de grond. De foto leek op het meisje dat daar zojuist zat en dit bracht mij in actie. “Vlug!” riep ik, “Het meisje in de bruine jas, ze loopt daar! Roep is, dit is vast haar kaart!” Studenten keken mij verbaasd aan en geen van allen kwam in actie. Ik sprong de bus uit en rende de straat over, tikte het meisje aan en glimlachte als een echte redder: “Hey, is deze soms van jou?” De knipoog ontbrak nog, ik ben immers geen womanizer.
Het meisje was inderdaad de eigenaar van de buskaart en er kon een bedankje vanaf, gelukkig maar.

Ik liep naar mijn fiets, haalde deze van het slot en merkte dat er iemand wachtte tot ik weg was. Nog sneller dan normaal maakte ik plaats, er was weliswaar geen plek en mijn fiets stond onhandig tussen andere fietsen gepropt. De fietser bedankte vriendelijk en plantte haar fiets op de krappe ruimte waar eerst mijn fiets gestaan had.

Mijn tijd was nog niet op, over een kwartier zou Elisabeth pas arriveren. Op mijn fiets leunde ik tegen een paal en genietend van het draaiorgel, dat k3 door mijn mooie U2-muziek van mijn iPod speelde, wachtte ik geduldig af.

Na een aantal minuten orgelgenot kwam er een mevrouw op me af. Haar lippen bewogen terwijl ze mij aankeek, ik haalde vriendelijk de oordopjes uit mijn oor en hoorde nog net: “…wat vragen?” “Natuurlijk,” sprak ik. Deze mevrouw vroeg zich af waar ze de ‘La Place’ kon vinden, volgens haar informatie was deze in de buurt van een trap. Ik keek rond, zag inderdaad een trap en probeerde een ‘La Place’ te ontdekken. “Wel,” gaf ik twijfelend aan, “Ik weet de V&D, die zit aan de andere kant van het station, daar waar het winkelcentrum Hoog Catharijne is. Daar zit dan ook de La Place.” 
De vrouw keek me verwachtingsvol aan en vroeg naar een beschrijving van de route. 
Nou ben ik niet goed in het beschrijven van routes, laat staan het verschil tussen links en rechts. Hier heb ik wel vaker last van en heb zelfs wel eens ervaren dat men mij niet serieus nam als ik links en rechts door elkaar haalde. 
Deze mevrouw nam wel van mij aan dat ik haar de waarheid vertelde. “Als u naar de andere kant van het station gaat, daar Hoog Catharijne inloopt en bij de splitsing ehh…” Ik keek naar mijn handen, vormde twee keer een “L” en bedacht wat rechts was. “…naar rechts, achter de mensenmassa aan en dan komt u vanzelf de V&D tegen, dus ook de La Place.” De vrouw bedankte me hartelijk en ik gaf haar, met mijn redder-glimlach, een succeswensing mee.

Mijn gedachten gingen uit naar hoe fijn het was om redder te zijn, heel ver kwam ik niet met mijn gedachten. Een negroïde vrouw kwam mij tegemoet, vanaf links. Ze sprak mij aan, in het Frans. Ik viste de oordopjes uit mijn oor en trok een behulpzaam, reddend gezicht. Het werkte, ze begon in het Frans en toonde haar telefoon waarop ‘Amsterdamse Straatweg’ te zien was. “Hoe?” vroeg ze met een vragend gezicht. 
Mijn hersens gingen kraken, ik zag vaag een straatnaambord voor me en had een flashback waar ik in de bus zat en dit bord zag. In het Engels vroeg ik haar “You don’t have a map or something?” De vrouw keek me met haar bruine ogen vragend aan, ik verloor mijn moed niet en bleef in het Engels praten. “I don’t know it for sure, but do you see that big road over there?” Ik wees mee en de vrouw knikte, ze snapte me! 
In het Frans vroeg ze of er een bus was, of dat ze moest lopen. Natuurlijk moest ze lopen, de bussen hier gingen naar kleine dorpjes in polders. Ze bedankte me in het Frans, ik wenste haar succes in het Engels en na haar vertrek bedacht ik me dat ik mijn redder-glimlach was vergeten. 

Ach, vier mensen op een heel gewone dag redden, dat is hartstikke veel!  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten