Er bestaan mensen die stoer zijn. Vaak wat patserig en
egoïstisch van ‘kijk mij eens’.
Goed gebekt, goed uiterlijk en zelfverzekerd. Toch denk ik
dat het een houding is. Als ik naar mezelf kijk, kan ik er een boek over
schrijven. Ik denk niet dat ik aan alle eisen voldoe om echt een stoer mens te
zijn, het heeft ook niet altijd voordelen.
Hoe stoer ik over kan komen, zo’n schijterd ben ik. Vooral
bij de tandarts. Toen ik 8 jaar was, nog lang niet zo stoer als nu, vulde hij
mijn eerste gaatje. Althans, hij deed een poging tot. Het is hem ook gelukt,
waar ik nog steeds bewondering voor heb. Op mijn 15e kreeg ik een
zenuwbehandeling en een kroon. En dan alle gaten die hij gevuld heeft, niet op
een hand te tellen.
De stoere mens in mij wordt steeds stoerder al gaat het om
tandartsbezoeken. Tot op een dag…
Ik had een gigantische kiespijn, onder mijn kroon. Er zat
geen zenuw, dus kiespijn was het niet. In eerste instantie dacht ik dat ik me
aanstelde, stoere mensen zijn uiteindelijk stoer en geen watje. Die week was ik
toevallig op kinderkamp en ijszakken waren mijn favoriet; tegen mijn wang.
De een na laatste nacht werd ik midden in de nacht wakker,
huilend van de pijn. (Ondertussen besef ik heel goed dat hier mijn stoere mens
verdwijnt tegenover de lezer)
Ik bedacht dat het wel erg bijzonder was: Aan het einde van
het kamp, zo moe dat je het liefst wil slapen, stijf van de ibuprofen en dat
was nog maar kort geleden.
Ah fijn, het was menens, dat voelde ik wel. De volgende
ochtend sprak ik dan ook met een verbeten gezicht: “Ik moet echt naar een
tandarts…” De redding was een zakje prufen van een van de leiding, die ze nog
over had als aandenken aan haar verstandskiezen. Zo’n dosis was ik echter niet
gewent, mijn lijf helemaal niet en zo stoned als een garnaal waggelde ik even
later een tandartsenpraktijk in.
Het was gewoon een tandartsenpraktijk, met een tandartslucht
en plaatjes van het gebit aan de muur, in een witte wachtkamer.
De tandarts was daarentegen helemaal niet zo’n gewone
tandarts, hij was veel te normaal en te aardig voor een tandarts en mijn
vertrouwen in tandartsen kwam spontaan weer terug. Hij maakte grapjes, nam een
fotootje en vroeg naar het kinderkamp. Hij printte de foto en liet zien dat er
een ontsteking onder mijn kroon zat. Vervolgens schreef hij een
allervriendelijkste brief, onder de foto, naar mijn tandarts. Ik kreeg een dosis
pillen mee, maar het zou wel een dag of 2 duren voor het zou gaan werken. Yes…
Zijn handschrift was overigens wel echt op z’n tandarts;
onleesbaar.
Om een lang verhaal iets korter te maken, een paar maanden
later bedacht ik dat ik nog een brief had voor de tandarts. “Een apex.”
Concludeerde hij. Oh, het was dus echt een bestaand woord? Dat had ik dus goed
ontcijferd uit de brief. Ik werd doorgestuurd naar de kaakchirurg.
Tot nu was er niets aan de hand met mijn stoere mens, ik
kwam stoer de praktijk binnenlopen en maakte flauwe grappen over de verdoving
die ik zonder problemen gekregen had. Het snijden was ook geen probleem, ik
dacht dat daar mijn ontsteking wel zou zitten. Maar helaas, er moest geboord
worden. En wat is er vervelender dan een borende, vrouwelijke, Chinese
kaakchirurg boven je hoofd? Tsja, ze lijken klein en onschuldig, wat mijn ego
weer verhoogd, tot ze beginnen. Langzaam veranderde zij in een hork en ik in
een kabouter. Tranen van paniek rolden over mijn gezicht, ik wilde weg. Maar
het moest afgemaakt worden. Ik nam afscheid van mijn stoere mens en was opeens
het kleine meisje van vroeger. In gebrekkig Nederlands sprak ze na drie
kwartier: “’t Was iets erger, twee wortelpunten ontstoken en een cyste. 50%
genezingskans. Oh en je verstandskiezen moeten eruit!”
De napijn was lang zo erg niet, een hamsterwang staat me
goed en het leek opgelost te zijn. Mijn stoere mens sprak dapper tegen mij:
“Ach, je zit vast bij die 50% die wel geneest.” Maar helaas, mijn stoere mens
heeft ongelijk.
Bij meer dan drie dagen pijn in de kaak dient men opnieuw
een afspraak bij de kaakchirurg te maken. Het is het kleine meisje die meer dan
drie dagen last heeft en vervolgens de tandarts belt: “Ik wil niet meer terug
naar díe kaakchirurg, en mijn verstandskiezen mag u er zelf uit halen.”
Zo’n twee jaar later heb ik een verstandskies laten trekken
in het ziekenhuis, waar lieve zusters mijn stoere mens zagen veranderen in een
klein, bevend meisje. Dit wekte weer vertrouwen bij mij, ook in de kaakchirurg.
Maar dat is nog niet alles, de apexresectiebehandeling is
niet goed genezen en ik moet naar een kaakspecialist. Zo raap ik mijn dappere
zieltje bij elkaar en word ik van alle kanten bekeken. Over twee weken staat er
twee uur gepland voor een behandeling…
Of het weer een apex wordt, weet ik nog niet. Wel weet ik
zeker dat stoere mensen ook een zwak punt hebben. Bij mij is dat het gebit, de
tandarts en de kaakchirurg. Ik kan niet ingrijpen of mooie praatjes houden,
mijn mond is immers bezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten