De trein
richting Leeuwarden, ik zal uitstappen bij Utrecht. Met mijn iPod aan zit ik
een spelletje te doen om de tijd te doven.
Twee oudere
vrouwen zitten achter me en ik volg hun gesprek. Na een tijdje zet ik mijn
muziek uit. De ene vrouw vertelt, de ander vraagt en geeft respons.
“…dan ben ik
om kwart over 1 in Groningen, maar het is geen moeilijke verbinding.”
“Waar heb je
allemaal gewoond dan, dat je zoveel reist?”
“Ik kom uit
Bergen. Maar ik heb in Amersfoort gewoond en daarna ben ik verhuisd naar
Schiedam.”
“Van
Amersfoort helemaal naar Schiedam?”
“Ja, mijn
man werd overgeplaatst door zijn werk. Hij woonde in Amersfoort, daar heb ik
hem leren kennen. Hij komt uit Limburg. We zijn getrouwd en in Amersfoort gaan
wonen. Toen zijn we naar Schiedam verhuisd, hij werkte in Hilversum.”
“Nou, dat is
wat zeg!”
“En ik heb
drie broers, die wonen ook door Nederland heen. De één woont in Sittard, één in
Vugt en de ander in Lelystad.”
“Goh, echt
overal. Maar het is wel leuk, lijkt me.”
“Ja, je komt
nog eens ergens en het reizen went vanzelf, ik vind reizen niet erg.”
“Maar reisde je vroeger toch wel met de auto?”
“Ja, toen
wel. Mijn man reed veel auto, sinds hij dood is, doe ik dat niet meer.”
“Maar je
hebt wel een rijbewijs?”
“Zeker, maar
die is verlopen. Het is helemaal niet handig, om in de grote stad een auto te
hebben. En als er iets gebeurd heb ik m’n kinderen met een auto. Het scheelt
een hoop geld natuurlijk! Daar kun je veel beter leuke dingen van doen. Op
vakantie gaan ofzo.”
“Ga je nog op vakantie dan?”
“Ja, met een
stel vriendinnen uit Schiedam. Laatst hebben we een rondreis gemaakt door
Estland, Letland, Litouwen, Finland en Polen. Een mooie reis hoor.”
“Zo, dat is
een heel eind weg!”
“Tsja.. Je
bent toch maar alleen, dus dan ga je op reis.”
“Ja, nou
inderdaad. Heb je ook van Lien gehoord, haar man is dement he.”
“Och, ja.
Het is tragisch. Ik ben blij dat ik dat niet gehad heb bij mijn man. Je voelt
je verplicht om langs te gaan, je wil graag langs gaan bij je echtgenoot en uiteindelijk
krijg je er niets voor terug. Nee hoor, ik ben blij dat mijn man gewoon dood is
gegaan en dat ik hem niet in die situatie terecht heb zien komen.”
“Ja, daar
heb je gelijk in.”
“Maar
station Gouda, ik moet hier overstappen.”
“Och,
natuurlijk. Fijn weekend en tot snel weer.”
“Ja, jij ook
en we spreken elkaar weer, dag!”
“Dag…”
Mooie
verhalen vind ik het altijd, ook al lijken veel verhalen op elkaar. Later praat
ik misschien ook wel zo, of zal ik de vragen stellen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten